Dag 42: De chaos die ze hier Kampala noemen

21 mei 2017 - Kampala, Oeganda

Lieve allemaal,

Tijd voor een update! Bij voorbaat al sorry, dit gaat een extreem lange worden, want ik heb in Kampala geen laptop kunnen gebruiken. We hebben ook echt enorm veel meegemaakt weer! Dus buckle up en zet je schrap voor onze Oegandese avonturen.

Vrijdag 5 mei was maar een kort werkdagje voor ons, aangezien we naar onze mede geneesco’s in Kampala zouden gaan in het weekend en we liever nog bij daglicht wilden reizen. De werkdag begon met het bespreken van de speciale gevallen, maar blijkbaar waren die er niet en was de meeting geannuleerd. (Het is altijd spannend hier of het doorgaat en zo ja, of het op tijd doorgaat.) Ook de beloofde chirurg waar we bij mee konden kijken, kwam pas om 2 uur opdagen, dus ook die hebben we gemist. Dan maar meelopen met de afdelingsronde en, je raadt het nooit, weer een keizersnede mee assisteren. Om half 2  vonden we het wel goed geweest. Een uurtje later zaten we op de boda boda (motor) richting Masaka, waar we met een matatu onze weg naar Kampala zouden vervolgen. Een matatu is een soort taxibusje vergelijkbaar met de OV bus in Nederland, behalve dat deze wegrijdt als er genoeg mensen zijn en niet op een bepaald tijdstip. We hadden geluk; onze bodachauffeur Bonny wenkte midden op de weg een matatu om te stoppen. Deze reed ons ongeveer klem en stopte midden op de weg om met ons te regelen dat we in konden stappen richting Kampala. Zo gaat dat hier, zo’n soepele overstap heb ik zelfs in Nederland nog nooit gehad! We bedankten en betaalden Bonny en stapten in. Elk dorpje dat de matatu inreed waarbij de chauffeur even remde, kwamen er straatverkopers met z’ n 10en tegelijk op de matatu afrennen om je drank, gebraden vlees en bananen door de raampjes te verkopen. Dit ging zo zo’n 2 uurtjes door, tot we goed en wel de file inreden in Kampala. Na een toch behoorlijk voorspoedige reis, kwamen we uiteindelijk aan in Wandegeya, het stadsgedeelte van onze Kampala buddies. Daar kregen we zelfgemaakte spaghetti van Ilya, waarna het huisfeest kon beginnen! Om 12 uur zijn we met z’n allen Kampala ingegaan, waar we tot diep in de nacht het Oegandese nachtleven hebben verkend. Helemaal kapot lag ik om half 7 eindelijk in mijn bedje na een geweldige avond. Het is echt heerlijk dat je overal buiten in je zomerkloffie kunt feesten, alsof je op een festival staat op een warme zomerdag in Nederland. Maar dat dan elk weekend!

Om half 1 werd ik langzaam wakker en hebben we eerst de ravage opgeruimd die het feest met zich mee had gebracht. Daarna zijn we met een boda boda naar het zwembad gereden. Wat. Een. Gekte. Niet normaal! De boda’s in Kampala rijden door de straten alsof ze een doodswens hebben en schieten roekeloos tussen het verkeer door. Ik heb mezelf meerdere malen afgevraagd hoeveel ledematen ik aan het einde van het weekend nog over zou hebben (gelukkig zijn het er nog 4, dat geldt voor de hele groep). Na de gestoorde rit kwamen we aan in het Sheraton hotel, een superchique ding waar je voor een paar euro een hele dag kunt vertoeven. We kregen allemaal een giga lighanddoek en de relaxte strandbedjes werden voor ons bij elkaar geschoven. Daar hebben we lekker afgekoeld en heb ik nog eens goed de binnenkant van mijn ogen geïnspecteerd. ‘s Avonds hebben we de dag heerlijk afgesloten met een dinertje in het restaurant waar een van de gasten van het huisfeest de chef was. Op zaterdagavond in de hoofdstad moesten we natuurlijk wel afsluiten met een drankje, dus zijn we naar de Irish Pub gegaan (die zitten ook écht overal).

Zondag 7 mei hebben we eerst lekker uitgeslapen, om vervolgens weer naar het Sheraton te gaan voor een verfrissende duik en 3 uur zonnen, om af te douchen in de heerlijke warme druppeldouches (heerlijk als je thuis alleen koude douches hebt!) Om een uur of 5 zijn we nog naar de lokale klerenmaker gegaan. Je kunt hier namelijk voor een zacht prijsje je eigen stofjes uitzoeken, om er vervolgens geheel naar eigen smaak en geheel op maat kleren van te laten maken! Ik koos voor een jurkje en een rugzakje met bijpassend portemonneetje, Saskia voor een jurkje en een rokje. Na een heel gepingel en een heleboel chagrijnige blikken over en weer, kwamen we toch tot een mooi semi-Europees prijsje (want echte Ugandese prijzen ga je hier nooit krijgen als blanke). Daarna was het afwachten en in de matatu terug naar Villa Maria!

Maandag 8 mei en dinsdag 9 mei was het tijd voor weer een nieuwe werkplek, de Out Patient Department! Oftewel, de eerste hulp en de soort van huisarts ineen, aangezien ze geen huisartsen hebben hier. Ik wilde eigenlijk met de tandarts meekijken, maar die was 2 weken weggeweest, waardoor de patiënten maandag niet echt kwamen opdagen. Er is hier niet echt iets om duidelijk te maken dat de tandarts weer terug is, dus heeft de tandarts gewoon de hele dag geen patiënten gehad en is hij om 3 uur weggegaan. Toen heb ik maar met de soort van huisarts meegekeken. Het is grappig om te zien hoe het hier gaat. Ik dacht dat ze weinig diagnostiek zouden doen, maar ze slingeren juist met de beperkte diagnostiek die ze hebben. ‘1 dag koorts? Doe dan maar even screenen op malaria, tuberculose en tyfus’. Ook schrijven ze voor alles wat voor. Een jonge vent met een simpele luchtweginfectie krijgt meteen een grove antibioticakuur voorgeschreven, waar de huisarts ons thuis simpelweg zou wegwuiven met hoogstens een hoestdrankje. Of bijvoorbeeld een zwangere vrouw met pijn in haar buik, maar niks opmerkelijks op de echo. ‘Geef toch maar wat amitriptyline’ Oftewel, een antidepressivum en middel tegen zenuwpijnen, wat eigenlijk alleen op strikte indicatie mag worden voorgeschreven in de zwangerschap in Nederland. De baby kan zelfs ontwenningsverschijnselen krijgen als je het voorschrijft. Maar hier is het allemaal mogelijk en strooien ze met medicatie alsof het pepernoten zijn. (Ze doen ook een heleboel goede dingen hoor, en de patiënten worden heel netjes geholpen).

Woensdag de 10e zat ik nog steeds op de Out Patient Department, nu echter met de physician erbij. Dat is een soort van arts die elke woensdag komt om de speciale gevallen te zien en de chronisch zieken. Leuk om een keer mee te kijken! Wel echt weer bizar hoe het hier gaat. In de middag namen we nog een kijkje op de male ward, waar een 17 jarige jongen lag die overduidelijk crepeerde van de pijn. Bij lichamelijk onderzoek was ook duidelijk dat zijn hele buik geprikkeld was en dat hij waarschijnlijk buikvliesontsteking had. Dat was niet best in zijn geval, want hij had voorafgaand een flinke trap in zijn maag gehad met voetballen. Dat kan dus onder andere betekenen dat hij flink aan het bloeden is in zijn buik. Zijn bloeddruk, hartslag, ademhalingsfrequentie etc. waren ook allemaal niet best. De physician zei dus meteen, ‘stuur deze jongen alsjeblieft meteen naar de chirurg’. Waarop de zuster aangaf dat deze niet aanwezig was. Hierop vroeg de physician wanneer hij dan wel aanwezig zou zijn. Schouderophalend gaf ze aan dat dat ‘vanavond, of morgen’ zou zijn. Waarschijnlijk ligt die jongen daar nu nog half te sterven van de pijn. Om 3 uur was ik het een beetje beu en vond ik het tijd worden om eens wat tijd in mijn eindverslag te investeren wat we hier moeten schrijven. Het internet is alleen niet al te denderend, dus heb ik de boda naar Masaka gepakt om daar in een café op de wifi te werken. Toen ik om half 6 het welletjes vond, heb ik nog wat door Masaka gestruind. Daar stonden mensen manicures op straat te verkopen. Dat leek me wel wat! Voor nog geen 1,5 euro knippen, vijlen en lakken ze netjes je nagels, heerlijk.

Donderdag de 11e was een rustig dagje. Er waren amper patiënten op de OPD, al zat er wel weer een apart geval bij; een 50-jarige vrouw die een soort van epileptische aanval had gehad die niets meer kon herinneren na het voorval en ook geen nieuwe informatie meer kon opslaan. Ze was de dag ervoor ook al op de OPD geweest, maar kon zich dat niet meer herinneren. Een half jaar daarvoor had ze een soortgelijke aanval gehad, hier was echter het effect dat ze niet meer op haar woorden kon komen. In Nederland zou je dan naar de dichtstbijzijnde eerste de beste neuroloog worden doorgestuurd, hier kunnen ze alleen naar Kampala toe, maar daar had ze geen geld voor, zoals dat vaak zo gaat hier. Maar goed. Na nog een aantal ‘gewone’ patiënten te hebben gezien (malaria, tyfus en nog wat van dat soort ziekten), ben ik vroeg weggegaan na nog een keizersnede te hebben bekeken, omdat we richting Kampala zouden gaan! Hier hebben we een dagje bij de gynaecologie doorgebracht en een week op de Eerste hulp (ER). Toen we een matatu (gedeelde taxi / bus) gevonden hadden in Masaka, hadden we weer meteen prijs. De chauffeur stond erop dat we voorin kwamen zitten (prima, meeste beenruimte) en begon een heel gesprek over hoe fantastisch muzungu’s (blanken) wel niet waren en dat hij ons zo geweldig vond. Na 5 minuten hadden we alweer het eerste huwelijksaanzoek te pakken. Ik zeg tegenwoordig maar meteen dat ik een vriendje heb om van de ellende af te zijn, maar het mocht bij deze niet baten. Toen we eenmaal in Kampala waren vond hij ons toch niet zo fantastisch meer. Hij gooide de prijs voor de rit met 25% omhoog, want wij waren muzungu’s dus wij konden dat wel betalen. Daar gingen wij uit principe niet mee akkoord, omdat we van te voren een prijs hadden afgesproken, dus toen was het heibel en waren we gierige blanken. Dit soort taferelen komen me ondertussen wel een beetje de neus uit, het enige wat ik niet ga missen aan Oeganda. Toen we eindelijk in het appartementje kwamen, zijn we snel kebab gaan halen en hebben we nog genoten van een livebandje onder het genot van een mojito. Uiteindelijk dus nog lekker de dag afgesloten!

Vrijdag 12 mei zijn Saskia en ik met Camee meegegaan naar het gynaecologie gedeelte van het grote Mulago hospital hier in de stad. Wat. Een. Gekkenhuis. We kwamen binnen op de afdeling waar de bevallingen gedaan werden en het was meteen een grote chaos. De vrouwen liggen daar in 3 grote open ruimtes die nog van elkaar afgescheiden zijn van een wandje, tegenover elkaar en naast elkaar op de bedjes te bevallen. Althans, als ze geluk hebben, want in de drukte is niet voor iedereen altijd een bedje beschikbaar en lagen er soms ook wat vrouwen op de grond (en dan kwamen wij nog op een rustige dag!). We kwamen de ruimte binnen en het eerste wat we zagen is een vrouw links van ons waar het hoofdje van haar baby’tje al de wereld inkeek, waarbij de vrouw daarlangs op 1 meter afstand van dat bed op de grond aan het poepen was (diarree, om het beeld even voor jullie te voltooien). Welcome to Mulago Hospital! Het was wel heel gaaf om daar een dag rond te mogen wandelen, omdat we superveel bevallingen konden zien. Saskia en ik mochten er ook allebei zelf een begeleiden, wat heel gaaf was om te doen! Wel weer schrijnend om te zien hoe slecht spoedgevallen hier behandeld worden. Zo was er een vrouw met sikkelcelanemie (een ziekte waarbij je bloed niet goed is), die moest bevallen én een crise had (waarbij de ziekte nog erger is dan normaal). Het ging steeds maar slechter met haar, op een gegeven moment dreigde ze zelfs in shock te raken. Waar we in Nederland zo iemand meteen een paar zakken bloed geven en behandelen, werd voor deze vrouw niks gedaan, omdat de eerste hulp haar niet wilde opnemen omdat ze moest bevallen. Het ging steeds slechter met haar en ik vraag me sterk af of ze het overleefd heeft… Over bevallingen gesproken, wat we gelukkig nog niet mee hebben gemaakt, maar wat hier blijkbaar wel gebeurt, is dat baby’s gejat worden uit het ziekenhuis en naar de lokale heksen worden gebracht. Vervolgens worden ze dan letterlijk geofferd. Soms worden ze zelfs gewoon op straat uit de handen van moeders getrokken. Afin, al met al was het weer een hele gave maar ook heftige dag, met heel veel indrukken! Die hebben we even verwerkt door naar de naaister te gaan om weer nieuwe kleren te laten aanmeten (nieuwe kleren zijn goed voor elke gelegenheid), hebben we wat gekookt en nog wat gechilld om vervolgens relatief vroeg naar bed te gaan.

Zaterdag zijn we heel vroeg vertrokken om te gaan ziplinen door de bossen! Daar kregen we te horen dat we wel eerst even een 18 meter hoge boom in moesten klimmen, maar dat er een trap zat. Gerustgesteld liepen we door de bossen. Toen we eenmaal aankwamen bij de start, bleek dat ze in Oeganda toch een net iets ander beeld hebben van een trap dan dat wij dat hebben. We moesten gewoon steil naar boven de boom inklimmen, met als steuntjes van die soort van handvaten van 10 centimeter (ik zal er een foto van bijzetten!) Gelukkig werden we gezekerd, maar ik heb toch wel even de spreekwoordelijke zeven kleuren voorbij laten komen in mijn onderbroek.  Om een uurtje of 1 gingen we weer terug naar Kampala, waar ik bijna bestolen ben! Een of andere gast probeerde me te zakkenrollen toen ik de taxi uitstapte, maar ritste dusdanig onsubtiel mijn tas open dat ik het merkte en mijn tas snel naar voren kon wippen en dicht kon maken. Dus ik ben blij dat het nog zo is afgelopen. Zeker als het op berovingen aankomt blijkbaar, ik hoorde later nog van Dionne dat er een man op de ER was gekomen de week daarvoor die een briefje van 5000 shilling (1 euro en 25 cent) in zijn hand had gehad, die iemand toen probeerde te jatten. Toen de man uit reflex erin kneep om tegen te houden dat het gejat werd, is zijn hand eraf gehakt. Anyway, na dit voorval waarbij ik gelukkig wel nog mijn hand heb kunnen behouden, zijn we naar de toeristenmarkt geweest, waar ik mezelf getrakteerd heb op nieuwe schoenen en sierraden. ’s Avonds hebben we met z’n allen kip van de straat gegeten. Echt een fantastisch concept! Je zoekt een tafeltje uit langs de straat dichtbij de markt, je bestelt 2.5 kip voor 10 personen en ze komen je een hele grote plaat brengen met kip, frieten, groenten en saus, vers uit de oven, wat je vervolgens allemaal met je handen opeet. Ik ben normaal niet zo’n kippenfan, maar deze smaakte wel echt heerlijk. Vervolgens hebben we toch nog even ons land vertegenwoordigd bij Big Mikes, de kroeg waar we het songfestival konden volgen (oké, niet echt vertegenwoordigd, want we waren te laat voor O’gene, maar we hebben het geprobeerd).

Zondag was niet zo’n spectaculair dagje, we zijn uit gaan ontbijten (beste wafels ooit) en hebben aan het zwembad gehangen, dus die zal ik verder skippen.

Maandag was dan weer totaal een ander verhaal, onze eerste dag op de ER! Ook weer een grote ruimte met allemaal mensen die voornamelijk verkeersongelukken hebben gehad. Er staan bedden, maar eigenlijk te weinig voor iedereen, waardoor mensen vaak eerst een uur op de grond liggen voordat er iets met ze gebeurd. Echt bizar ook hoe het hier gaat. Er lag een man al sinds zaterdag in coma op een van de bedden. Toen we vroegen wat hij aan zorg kreeg, zeiden ze dat ze nog niks met hem gedaan hadden. Voordat het neuroteam namelijk naar je wilt kijken, willen ze eerst een CT scan zien. Maar omdat deze man bewusteloos was binnengebracht en geen geld op zak had, en er ook geen familie was die zich gemeld had, kreeg hij gewoon niks. Helemaal niks, nog geen infuusje met water, dus hij had ook al 3 dagen geen vocht binnengekregen. Heel bizar dat mensen hier gewoon zo dood gaan. Verder lagen er superveel mensen met hoofdwonden en gebroken botten en open wonden, bijna allemaal van de boda boda’s (de motors die iedereen hier als taxi gebruikt). Zo lag er ook nog een vrouw met een hoofdwond die zo diep was dat je op haar schedel kon kijken. De plukken haar lagen langs het bed en ze schreeuwde het bij elkaar bij het hechten. Echt een ongelofelijke bedoeling. Ik heb maandag ook voor het eerst in mijn medische carrière zelf gehecht! Met een veel te dikke naald, een half steriel veld, een verdoving die amper werkte en dus ook een patiënt die continu bewoog en schreeuwde van de pijn, zonder fatsoenlijke naaldvoerder, op een hoofd (en daarbij dan ook de bijbehorende trillende handjes en bevende knietjes!) Ik mocht het dan ook wel een vuurdoop noemen van Illya en Saskia. Maar uiteindelijk is het gelukt! ’s Avonds zijn we naar de film gegaan om even af te schakelen, de Belgische film Bullhead op de universiteit. Daar word nu elke dag in een soort van grote openluchtbioscoop gratis een internationale film vertoond, super leuk! Het grappige is dat er de dag erna eigenlijk ook een Nederlandse film afgespeeld zou worden, de Eetclub, maar deze is verboden door Oeganda omdat het homoseksualiteit zou verheerlijken en omdat er teveel ‘steamy sex scenes’ in zouden zitten (hun woorden). Rond een uur of 11 lagen we helemaal gesloopt op bed.

Dinsdag was het helemaal gekkenhuis op de ER. Het begon met een meisje van 5 jaar oud wat binnengebracht werd omdat ze bij het oversteken van de straat was aangereden door een Boda Boda. Me een verlamde linker lichaamshelft, een volledig opgezwollen gezichtje en kermend van de pijn lag ze te huilen op het bed. Waarschijnlijk nog wel het meest schrijnende wat ik tot nu toe in Oeganda heb gezien. Haar 2 broers stonden er radeloos bij, omdat ze de CT scan (50 euro) niet konden betalen. Uiteindelijk hebben we toch nog kunnen regelen dat ze een scan kreeg, maar het mocht niet echt baten. Uit de CT bleek dat ze een grote hersenbloeding had waar ze eigenlijk direct iets voor moesten doen om verdere schade te voorkomen. Het neuroteam komt vaak pas tegen een uur of 4 opdagen, en tegen de tijd dat iemand dan naar de operatiekamer mag, gaat er vaak weer een dag overheen. Dit meisje mocht ‘al’ om 2 uur ’s nachts, maar ik ben bang dat ze alsnog blijvende schade zal overhouden. Toen we om 3 uur de hele tijd bezig waren geweest en eindelijk wilden gaan lunchen, kwam er een man binnengebracht die met een knuppel in elkaar was geslagen met een enorme bloeding op zijn hoofd, waar het bloed zelfs na het hechten nog naar buiten kwam gestroomd. De Britse arts die de hele dag nog kalm was geweest, heeft de hele tempel bij elkaar ge’fuckt’. Tijdens het hechten was de patiënt super onrustig (het was onverdoofd, omdat het bloed te hard stroomde om nog tijd vrij te maken voor een verdoving), waarbij hij ook nog eens epileptische stuiptrekkingen kreeg om de paar minuten. We hebben hem met 4 man vast moeten houden om te voorkomen dat hij uit bed donderde.  Toen dit eindelijk voorbij was, was het inmiddels al half 6 en hoog tijd voor eten. ’s Avonds zijn we hamburgertjes gaan eten en hebben we de dag afgesloten bij de karaokebar. Dat was ook nodig, wat een dag!

Woensdag wilde ik graag naar de ER, maar was ik helaas ziek en heb ik de hele dag in bed gelegen. ’s Avonds ging het wel weer redelijk en kon ik mijn eten weer binnenhouden, dus heb ik als troost een manicure en pedicure gehaald in de schoonheidssalon die hier op 2 minuten lopen vandaan zit. Daar heb ik even mijn naam en telefoonnummer in het klantenbestand gezet, omdat ze eerst nog niet zeker wisten of de vrouw die ze doet wel aanwezig was en ze me zouden bellen. Toen ik terugkwam, zat daar een of andere gast die zijn haar liet knippen waar ik niet meer dan een minuut mee gepraat heb. De volgende dag kreeg ik ineens een sms’je, ‘hello there’, dus toen ik terug sms’te wie ik aan de lijn had, kreeg ik het volgende terug: “I will first apologise for taking ur number without your permission, this is Frank we meet at the saloon remember”. Die gast heeft dus gewoon mijn nummer opgezocht in het klantenboek. Echt gek hoe ver die mensen hier af en toe gaan als ze de casanova uit proberen te hangen. Soms is het grappig, maar deze vond ik toch iets te creepy.

Donderdag was het weer tijd voor de ER. Dit keer gelukkig wat rustiger! Ik heb weer een beetje geoefend met hechten, er kwam nog een kerel met een enorme schotwond binnen die ik heb mogen schoonmaken, er was nog iemand met een speerwond (waar ook nog eens gif in zat) en er komen elke keer nog super veel mensen binnen die betrokken zijn geweest in ‘mop fights’. Er is hier zoiets als ‘mop justice’: als je iets verkeerds doet, zoals stelen, en andere mensen zien dat, dan kunnen mensen je hier gewoon op straat volledig in elkaar timmeren. Maar na een relatief rustig dagje op de ER, ben ik om half 2 al gaan lunchen en daarna weggegaan, om nog even naar de naaister te gaan voor nog wat aanpassingen en nog wat souvenirtjes te kopen.  Daarna zijn we naar het paleis gegaan en naar de martelkamers van de dictator Idi Amin. Dit was ook heel indrukwekkend! De martelaars werden gevangen in Kampala en eerst geblinddoekt uren rondgereden, zodat ze dachten dat ze heel ver van de stad vandaan waren, terwijl ze in werkelijkheid nog gewoon in Kampala waren. Vervolgens werden ze naar de kamers geleid. Deze bestaan uit een soort van tunnel met aan de linkerzijde vier grote vierkante donkere kamers. De gang ernaartoe stond vol water waar stroom op gezet werd, zodat niemand naar buiten kon. De vier kamertjes werden helemaal volgepropt met mensen, dusdanig vol dat mensen nog niet meer konden zitten of staan zonder op elkaar te zitten. Het bloed staat nog op de muren. Er zijn zo’n 25.000 mensen doodgegaan daar, echt heel indrukwekkend.
Heel toevallig was ook nog eens de koning himself in het paleis toen wij er waren, dus hebben we ook nog even gekeken hoe hij naar buiten kwam en met veel bombarie weg werd geleid. Veel meer hebben we niet echt gedaan donderdag.

Vrijdag was ook echt een behoorlijk heftige dag. De dag begon nog wel enigszins easy, met een vrouw die een kleine hoofdwond had waar een hechtinkje in moest, maar ze was voornamelijk  overstuur. Ze had ook een aardig alcoholwalmpje over zich heen. Nadat ik bijna een uurtje met haar bezig ben geweest, begon de gekkigheid van de Mulago ER. Eerst een jongetje die weer een gigantische hoofdwond had omdat hij een verkeersongeval had gehad. We hebben hem verdoofd, maar hij schreeuwde alles bij elkaar bij het hechten, waardoor we hem met 3 man moesten vasthouden. Super zielig. Daarnaast was er nog een vrouw waar letterlijk de hersenen zichtbaar waren, zo diep was de wond. Toen kwam nog wel het meest schokkende wat ik tot nu toe heb gezien: Saskia en ik gingen assisteren bij een arm amputatie. De arm lag er al praktisch half af en werd alleen nog bij elkaar gehouden door wat pezen en bot, dus hij was echt niet meer te redden. De ongelukkige eigenaar lag te creperen van de pijn,  want hij had nog geen pijnstilling gekregen. Na een uur was hij eindelijk onder zeil. Ik moest de arm omhoog houden terwijl ze hem eraf zaagden, opvangen en opbergen. De zaag die ze gebruikten was een soort van metalen draadje wat ook in een figuurzaag zit, maar dan alleen het buigzame draadje. Handmatig gingen ze langzaam te werk. Het zag eruit als een grote horrorfilm. Verder was er ook nog een vrouw die door haar man aangevallen was met een manchette, ook mega heftig. Maar er kwam ook nog een man naar me toe wiens zoon ik die dag ervoor gehecht had. Hij was heel dankbaar en zij dat hij het fantastisch vond hoe ik met zijn zoon was omgegaan. Toen had ik eindelijk even zo’n momentje dat je beseft waarom je eigenlijk ook alweer aan al dit begonnen bent. Na het werk ben ik naar de klerenmaker gegaan om mijn op maat gemaakte rokjes op te halen en vervolgens zijn we gaan uit eten. Dat was echt even nodig, wat een heftige week.

Gisteren zijn we vroeg opgestaan, omdat het eindelijk weekend was. En niet zomaar een weekend: raften op de Nijl was ons volgende avontuur! Om 7 uur vertrokken we richting Jinja, waar we een 25 kilometer lange tocht hebben gemaakt over de Nijl. Dit was echt een van de vetste dingen die ik tot nu toe heb gedaan! Het water stroomde lekker rustig, maar om de zoveel kilometer kwam er een raft: vergelijk het zeg maar met de piranha in de Efteling, maar combineer het dan met een achtbaanritje. (Overigens een achtbaan waar de kans op sommige stukken zo’n 90% kans is dat je eruit gekatapulteerd wordt). We zijn 3x omgeslagen, maar dat waren misschien nog wel de leukste rafts. Het was echt fantastisch gaaf, en los van een paar schrammen van de stenen en een verbrandde huid van het stralende zonnetje, ben ik er heelhuids vanaf gekomen. Na een goede BBQ hebben we nog een relaxte sunsetcruise gemaakt op de Nijl, zijn we nog gaan zwemmen en hebben we moe maar voldaan nog wat biertjes gedronken bij de bar van ons hostel. Wat een heerlijke dag!

Vandaag was ook alweer zo’n topdag: ik had de avond ervoor een Australiër ontmoet die me meevroeg om te kanoën, aangezien hij toch al voor 2 personen betaald had. Daar zeg ik natuurlijk geen nee tegen, dus zijn we naar het punt gekanood waar het Victoriameer overgaat in de Nijl. Supermooie omgeving weer, en er waren otters die af en toe naar boven kwamen zwemmen! Het is hier zo idyllisch op veel plaatsen, je moet er gewoon echt een keer zelf heen om het te zien! De foto’s doen geen eer aan hoe machtig de omgeving er echt uitziet. Ik blijf nog steeds overdonderd raken van de uitzichten die we elke week weer zien. Als een kneiterrood kreeftje kwam ik terug van het water en zijn we nog wat souvenirs gaan kopen in de stad. Toen was het alweer tijd om afscheid te nemen, want we hadden een lange rit voor de boeg! Eerst 3 uur reizen naar Kampala waar we nog even lekker gegeten hebben en een asociaal groot stuk red velvet cake hebben besteld  (ik dacht af te vallen hier, maar ik ben bang dat er juist wat kilootjes aan zijn gekomen deze week), En nu zijn we dus weer terug in het oh zo vertrouwde Villa Maria!

Al met al waren het een paar bizarre, vermoeiende maar ook fantastische weken. Ik heb zoveel gekke dingen gezien weer, en dan heb ik nog niet eens alles vermeld! Het is al een boekwerk geworden, dus ik zal snel stoppen met schrijven. Tot over een paar weekjes!
 

Liefs,

Eefje

Foto’s