Dag 8, ‘Eigenlijk teveel om op te noemen‘

17 april 2017

Lieve allemaal,

Wat een week, wat een week! En wát een land! We hebben al zoveel dingen beleefd in een paar dagen, dat het voelt alsof we hier al weken zijn. Maar ik zal maar gewoon bij het begin beginnen. (Voor de mensen die geen zin hebben om dit belachelijk lange verhaal te lezen: Niksen – Kampala dagtochtje – Safariweekend – Villa Maria aankomst – Pasen en introductie).

Mijn vorige blog eindigde met mijn relaxdagje aan het zwembad afgelopen dinsdag. Na dit dagje zwembad waarbij ik wonder boven wonder niet verbrand ben maar weliswaar een miniem kleurtje heb gekregen (al word ik nog steeds muzungu, oftewel blanke genoemd op straat), kwam die avond ook Dionne aan in Oeganda. We zitten namelijk met z’n 3en in het ziekenhuis; Dionne, Saskia en ik.

Met een biertje hebben we nog even kennisgemaakt met elkaar, want we kenden elkaar eigenlijk alleen nog maar van een skypegesprek waarin we de plannen besproken hebben voor Oeganda. De dag erna was niet zo heel interessant verder, gewoon weer veel hangen en relaxen aan het zwembad en ’s avonds even wat eten met een van de meiden die in de hoofdstad zit van Oeganda voor haar coschap, Camée. En ’s avonds heeft Saskia met haar aankomst in Oeganda onze groep compleet gemaakt.

Dag 4 konden we dan ook echt wat gaan doen! Dus hebben we het shuttlebusje van ons hostel naar Kampala gepakt en zijn we door de stad gaan lopen. Langs de weg is al veel armoede te zien, wat behoorlijk confronterend is. Het is heel gek om  je te realiseren dat deze mensen ook daadwerkelijk zo wonen, in minieme gammele huisjes, en dan hebben we het ergste waarschijnlijk nog lang niet gezien.

Enfin, bij aankomst van het winkelcentrum, begon ook al onze eerste uitdaging in de stad. De straat oversteken. Holy cow, wát een gekkenhuis. Iedereen staat ofwel continu in de file, of ze vliegen elkaar omver. Hoewel er wel heel af en toe een leswagen voorbij rijdt, betwijfel ik sterk of je je roze papiertje niet gewoon voor een tientje bij een dubieuze ambtenaar kunt krijgen. En dan heb ik het nog niet gehad over de boda boda’s, de motortaxi’s die je hier voor een prikkie van het ene punt naar het andere brengen. Ik heb al menig plaatsvervangende bijna dood ervaring beleefd, als ik er weer eentje op het nippertje zag uitwijken voor een vliegende auto.

Maar goed, toen we de straat eenmaal over waren, zijn we naar de grote Ovido Market, een grote markt in het centrum van Kampala gelopen. Althans, dat probeerden we. Of we er uiteindelijk zijn geweest is nog steeds een beetje dubieus, maar we hebben in ieder geval over een grote markt gelopen, waar we nog altijd nageschreeuwd werden met muzungu, en sommige mensen wilden zelfs je huid aanraken, heel raar. Op de markt zijn we gestopt bij een tentje met lokaal eten en hebben we heerlijk op z’n Afrikaans gegeten; bonen met rijst, pompoen, matoke (banaan), een of andere roze gekke aardappel en nog een of ander kruidenmengseltje. Toen we bijna uit elkaar knapten van de grote porties die ze hier continu serveren, zijn we verder gelopen naar de moskee van Kampala, waar we nog een hele rondleiding hebben gekregen inclusief uitzicht over heel Kampala. Daar zagen we nog hoe iemand op bijzondere wijze van zijn ziekte verlost werd middels lange tijd gebeden en gefluister in zijn oor door een andere man (of het gelukt is, weet ik uiteindelijk niet, bijzonder was het wel).

Toen was het wel weer welletjes en zij we na nog wat rondstruinen met een taxibusje lekker de file ingereden. Na ruim een half uur filerijden (althans, zoiets schat ik, want ik lag meteen te ronken toen ik de neksteun aanraakte), was de rest het beu en hebben we gevraagd of we weer lopend verder mochten. Toen zijn we alweer ergens lekker gaan eten en hebben we een Uber terug naar huis genomen. Ook nog best een spannende happening in Oeganda, maar het blijkt wel super goed te werken. Wederom kwam helaas de armoede weer naar voren, langs de straat staan hele jonge kinderen in afgeraffelde kleren te bedelen om geld. Thuis kropen we snel het bed in, omdat we vrijdag vroeg op moesten.              

Want wat natuurlijk absoluut niet gemist kan worden in Afrika, is een safari! Dus vrijdag zijn we om 6 uur ons hostelbedje uitgekropen om naar Queen Elisabeth National Park af te reizen. Zo’n 11 uur later kwamen we aan op onze bestemming, een camping ergens in het midden van het park aan een groot meer. Daar slapen was al een avontuur op zich. Met gespitste oren, lag ik in het bed in ons tentje (ja, de tenten hadden bedden, ik heb nog nooit zo fantastisch gekampeerd). Daar hoorde je gebrul, geknor, gewroet, geschuifel, gefluit, gezoem en nog een heel scala aan andere exotische dierengeluiden. ’s Nachts zat dit ook echt heel dicht om en nabij de tent. Na een wat onrustige maar zeer bijzondere nacht, was het om 6 uur alweer tijd voor de echte safari. In ons safaribusje reden we richting het park. En ja hoor, al die beesten die we ’s nachts gehoord hebben, liepen rond over de savanne! Zo hebben we twee leeuwen, een luipaard, hyena’s, gekke vogels, zwijntjes (zat alleen geen Timon bij), olifanten, krokodillen, tientallen nijlpaarden, buffels en herten gespot (ik weet nog steeds niet of het nou herten of gazellen of antilopen waren, maar het waren in ieder geval van die hele schattige bambi’s). Na een lange, gave toer op de bovenkant van de auto waar we na enig gesmeek op mochten klimmen, hebben we nog de zoutmijnen bezocht, waar ze hier hun zout winnen, om vervolgens nog een boottocht van 2 uur over het meer te maken. Dit was ook supergaaf, omdat aan het einde van de middag heel veel dieren aan de waterkant komen om te drinken. Daarna was het alweer tijd voor een prachtige zonsondergang, een lekker 3 gangen dinertje en een nieuwe nacht vol dierenspektakel. Al met al een supergeslaagde dag!

Zondag was het alweer bijna tijd om naar onze plaats van bestemming, Villa Maria te gaan! Maar niet voordat we nog eerst een wandeltocht door de bossen hebben gemaakt om apen te spotten. Daarvoor moesten we eerst een goed eind de heuvelachtige bossen inlopen, maar dan heb je ook wat. We kregen een fijne introductie met de chimpansees toen we ze voor het eerst zagen terwijl ze vanuit de metershoge bomen naar beneden plasten en poepten (tegelijk natuurlijk, je moet iets om die gekke toeristen te verjagen). Gelukkig stonden we op voldoende afstand. Een van de apen besloot ook nog even naar onderen te klimmen waardoor een groepje razende reporters als een idioot met de camera plaatjes ging schieten, wat voor mij dan eigenlijk ook wel weer een soort van vorm van aapjes kijken was, al die mensen ongeduldig en enthousiast op een rijtje voor de aap die net bijna op hun kop gescheten had. Na een uur Apenheul 2.0, was het tijd om toch echt naar Masaka te reizen. Hier aangekomen, kregen we een taxi met behulp van onze safari chauffeur en reisden we af naar het minuscule dorpje ‘Villa Maria’. Ik heb me nog nooit zo welkom gevoeld op een plek als daar. Iedereen kwam meteen op je af om zich voor te stellen, te zeggen dat je ‘most welcome’ was en je handen te schudden. De  jonge dorpskinderen waren ook al enthousiast dat er weer een stel van die muzungu’s  aangekomen waren, en wilden met ons dansen en spelen.  Toen hebben we meteen maar wat Chapati (Ugandese soort pannenkoek/ naanbrood) besteld in het dorpje, waar ik meteen mijn potentiële huwelijkskandidaat heb gevonden (moest ik wel even zijn ticket en verblijf naar Europa betalen, maar hé, ik was ‘his friend’ dus dat moest natuurlijk geen probleem zijn). Na het eten zijn we doodmoe in slaap gevallen.

’s Ochtends was een grote dag voor de Oegandezen, namelijk 2e paasdag. Oeganda is namelijk zeer religieus. Zo hebben we al een leeftijdsgenoot ontmoet die als hobby ‘bidden’ aangaf, iets wat ik in Nederland nog moet meemaken. Maar na kerstmis is Pasen dus het grootste feest. Wij konden dan ook niet achter blijven, en zeiden dat we graag ook mee naar de mis wilden. Een klein beetje minder graag toen we hoorden dat deze om 07.00 ’s ochtends was, maar het was nog steeds een hele bijzondere ervaring. Alleen al het bidden in het Lugandees (de taal van Oeganda) was al heel speciaal, laat staan de liedjes die ze zongen, het geklap in hun handen en getrommel, met als klap op de vuurpijl het doopsel van een klein, schattig Oegandees meisje. Na 1 uur en 15 minuten had ik geen idee wat er allemaal gezegd is, maar overtuigend was het in ieder geval wel. Vervolgens kregen we een rondleiding in het ziekenhuis. Dit is vrij groot en nog veel moderner dan ik eigenlijk gedacht had! Na alle horrorverhalen over ontwikkelingslanden met niet-steriele operatiekamers, patiënten die op de vloer liggen, gebrek aan hygiëne etc. viel het me alleszins mee. Daarna hebben we een boda boda (motortaxi) naar Masaka gepakt en onze boodschappen voor de week gedaan (Villa Maria is te klein voor een echte supermarkt, er worden een paar essentiële dingen verkocht maar dat is het dan ook). Hier hebben we hordes supervers fruit en groenten ingeslagen.

Vegetariërs kunnen dit stukje maar beter overslaan. Een van de gekste ervaringen tot nu toe, is namelijk dat we daar ook een kip hebben gekocht die voor onze ogen voor ons geslacht en geplukt werd. Binnen 15 minuten gingen we van een krijsende kip naar ons avondeten voor die dag. Heel bizar. In Nederland gebeurt natuurlijk precies hetzelfde, maar je wordt je wel wat bewuster van wat je naar binnen stopt als je ook voor je snufferd ziet hoe de kip in kwestie eigenlijk het kipfiletje wordt dat je in je roerbakmixje verwerkt. In het plasticje van de supermarkt denk je er toch niet echt bij na. ’s Avonds hebben we er een lekker rijstgerecht van gemaakt en met de overblijfselen hebben we bouillon getrokken waar we morgen een pompoensoepje van gaan maken. De kip gaat in ieder geval niet verspild worden, maar netjes opgegeten.

Na het avondeten hoorden we ineen keer gestommel op ons terras. Daar zaten een jong nonnetje en 2 meisjes van de verloskundeschool die voor hun tentamen moesten leren, dus we hebben met ze mee gedaan en even herhaald hoe het ook alweer zat met de verloskunde klassieker: de bevalling. Ruim een uur later vonden zij het ook wel weer goed geweest om kwart over 10 en namen we afscheid. Dit ging natuurlijk niet gepaard zonder een gebed ter afsluiting. Nadat ze een enorm lief en vertederend gebedje uitsprak waarin ze God bedankte dat ze met ons deze avond hadden meegemaakt, was het dan eindelijk tijd voor ons om te gaan slapen, en voor mij om nog even dit alles af te ronden en op te schrijven.

Nou, gefeliciteerd, het is je wonder boven wonder gelukt om het einde van de blog te bereiken. Nogmaals sorry voor dit ellenlange verhaal, maar het is gewoon te veel om in te korten! Ik heb voor mijn gevoel de helft nog niet eens opgeschreven. Al met al is het in ieder geval fantastisch tot nu toe, met nu al een gigantische verzameling indrukken en ervaringen. Ik heb ook enorm veel zin om morgen te beginnen in het ziekenhuis en ben erg benieuwd wat dit me de komende tijd gaat brengen! Jullie gaan zeker nog van me horen. Tot over 8 weken en welterusten!

Liefs,
Eefje

Foto’s

5 Reacties

  1. Anke:
    17 april 2017
    Klink super vet Eefje! En het is prima te lezen haha :) Geniet ervan! X
  2. Miriam Wijnen:
    18 april 2017
    Fijn verhaol! En grappig! Succes daor!
  3. May van den Bercken:
    18 april 2017
    Succes!!!
    Klink al weer veelbelovend.
  4. Eefje:
    19 april 2017
    Dank jullie wel!!! Super leuk det jullie ut volgen en reageren
  5. Eefje:
    19 april 2017
    Dank jullie wel!!! Super leuk det jullie ut volgen en reageren :) :) xxx